Tsead Bruinja
'terwijl ons haar dunner wordt'

Hoed en de Rand maakte onderstaande bewerking van het gedicht 'terwijl ons haar dunner wordt' van Tsead Bruinja voor het boekenweekprogramma van 2009.



De afbeeldingen zijn van de hand van Ramon Verberne. Hij maakte ze voor de dichtbundel Angel, waar het gedicht van Tsead Bruinja uit komt, maar de tekeningen konden daar niet allemaal voor gebruikt worden.

Hieronder de tekst, zoals deze staat op de website van Tsead Bruinja. Daar staat ook de oorspronkelijke Friese versie van het gedicht. De Nederlandse vertaling wijkt voor een klein deel af van de versie die in de bundel Angel staat.

terwijl ons haar dunner wordt
en in de bomen de apen lachen

terwijl we steeds vaker het dak op moeten
om de weggewaaide pannen terug te leggen

terwijl ons haar dunner wordt
en de apen in de bomen lachen

terwijl de dokter ons vaker ziet zitten
in de snotterige en kuchende wachtkamer

terwijl de apen lachen

terwijl de één na de ander sterft
en zijn daden niet meeneemt
het graf in

blijven de apen jong
en lachen

terwijl de boeren en scheten
je overal heen vergezellen
en je darmen en longen slijten

terwijl het beschutte plekje
onder de bomen
lokt

lachen de apen
om de kracht die wegglipt
uit je appelschillende
handen

je kijkt haar aan
en je kijkt anders naar de grond
terwijl dit alles

wordt de honger van de apen
groter

terwijl het vergeven verschrompelt
en woede alleen maar vervelt

lachen de apen

blijft de woede jong

         © Tsead Bruinja