Adriaan Roland Holst

Adriaan Roland Holst (1888-1976) was in de eerste helft van de twintigste eeuw een vooraanstaand dichter en werd wel de 'Prins der Dichters' genoemd. Veel voorkomende thema's zijn zee, strand, eilanden en een elysisch verlangen. Zijn enigszins plechtige stijl begon men in de tweede helft van de twintigste eeuw wel als ouderwets te beschouwen. Een aantal gedichten heeft men door de soms verheven romantische taal of door een zekere religieus-mytisch-filosofische inslag zelfs onbegrijpelijke orakeltaal genoemd, waaronder de regels die Roland Holst schreef voor het Monument op de Dam.

Adriaan Roland Holst - Eens

Eens zullen allen die
tussen ons kwamen,
zijn weggevallen - wie
weet nog hun namen ...

Eens zal de vete zijn
bijgelegd
en zal vergeten zijn
ons bitter tweegevecht.

Eens zal het weer regenen
stil, zoals toen aan zee -
Kom mij dan tegen en
ga met mij mee.

uit: Gedichten 1911-1976, Amsterdam, J.M. Meulenhoff, 2004; oorspr. uit Omtrent de grens, 1960)

Het gedicht 'Eens'

Roland Holst kreeg in 1960 de Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam voor de bundel Omtrent de grens. Je kunt zeggen dan Roland Holst, zoals in wel meer werk, zich in die bundel enigszins buiten de bestaande wereld plaatst. Jan van der Vegt, de latere biograaf van Roland Holst, schreef ter gelegenheid van de tachtigste verjaardag van de dichter in 1968 in het tijdschrift Ons Erfdeel een beschouwing over de poëzie van Roland Holst in de jaren zestig, waaronder de bundel Omtrent de grens.

Hij schrijft daarin onder andere:
"Het is geen wonder, dat we in de poëzie van Roland Holst meer dan eens een krisissfeer aantreffen. Momenten van zekerheid omtrent de verlossing uit het bestaan in de wereld, een verlossing die een herstel van het natuurlijke leven zal meebrengen, wisselen af met verslagenheid om de ontrouw aan eigen lotsbestemming. Roland Holst heeft zich in zijn poëzie en proza geen 'gemakkelijke' levensbeschouwing verschaft. Met name zijn latere poëzie is een voortdurend gevecht om het geloof te behouden. Dit oeuvre is echter meer dan een strijd tussen zekerheid en twijfel in een irrationele wereldbeschouwing. Doordat de verlossing geen vergeestelijking in het hiernamaals betekent, maar wel een nieuwe kans voor het - ook lichamelijke - leven in vreugde, is het uiteindelijk een strijd om het behoud van menselijke waarden. En dat betrekt elke lezer bij wat in deze poëzie gebeurt."

In hetzelfde jaar komt Van der Vegt daar in De Gids nog eens uitvoerig op terug. Hij schrijft over Omtrent de grens: "[...] in 1960, verscheen de bundel Omtrent de grens. Wellicht zal deze bundel ooit de belangrijkste blijken van de latere poëzie van Roland Holst. Want hier gaan twijfel en vertwijfeling dieper dan in wat voorafging, maar er wordt in deze poëzie ook een felle strijd geleverd om hieruit omhoog te komen en om de zin en de bestemming van dichterschap en bestaan te behouden."

Heel duidelijk is dat alles af te lezen in het gedicht 'Eens'. Hoe andere mensen in de wereld ook tegenwerken, de dichter zoekt zich zijn eigen weg en is ervan oevrtuigd zijn geliefde weer tegen te komen, natuurlijk aan zee, in de omgeving die de dichter zo lief was.

Via VPRO's boekensite is Adriaan Roland Holst zelf te horen als hij op gedragen toon een aantal gedichten voorleest, waaronder 'Eens'.